Dutch Vocabulary – house
house – het huis
Before we start ,let’s test your Dutch Vocabulary :
Dutch Vocabulary Test | Test Your Dutch For Free . Click Here
Download Our Learn Dutch App –here
window
het raam
roof
het dak
rubbish bin
de prullenbak
garden
de tuin
letterbox
de brievenbus
garage
de garage
drainpipe
de regenpijp
doorbell
de deurbel
door
de deur
chimney
de schoorsteen
living room
de woonkamer
bathroom
de badkamer
kitchen
de keuken
bedroom
de slaapkamer
floor
de vloer
wall
de muur
ceiling
het plafond
cellar
de kelder
sauna
de sauna
balcony
het balkon
terrace
het terras
pool
het zwembad
lawn mower
de grasmaaier
sheet
het laken
bedspread
de bedsprei
bed
het bed
broom
de bezem
bucket
de emmer
switch
de schakelaar
office
het kantoor
plug socket
het stopcontact
house
het huis
cushion
het kussen
fence
het hek
rubbish bin
de prullenbak
stairs
de trap
bench
de bank
lift
de lift
dog
de hond
carpet
het tapijt
watering can
de gieter
fire extinguisher
de brandblusser
Dutch Vocabulary Test | Test Your Dutch For Free . Click Here
Download Our Learn Dutch App –here