Dutch Vocabulary – bathroom
bathroom – de badkamer
Dutch Vocabulary Test | Test Your Dutch For Free . Click Here
Download Our Learn Dutch App –here
glass
het glas
towel
de handdoek
washing machine
de wasmachine
shower curtain
het douchegordijn
tiles
de tegels
potty
het potje
shower
de douche
heating
de verwarming
bubble bath
het bubbelbad
bathtub
het bad
tap
de kraan
sink
de wasbak
toilet
het toilet
squat toilet
het hurktoilet
bidet
de/het bidet
urinal
het urinoir
toilet paper
het toiletpapier
toilet brush
de toiletborstel
toothbrush
de tandenborstel
toothpaste
de tandpasta
dental floss
het flosdraad
wash
wassen
handheld shower
de handdouche
douche
de toiletdouche
basin
de waskom
back brush
de rugborstel
soap
de zeep
shower gel
de douchegel
shampoo
de shampoo
flannel
het washandje
drain
de afvoer
cream
de creme
deodorant
de deodorant
mirror
de spiegel
hand mirror
de make-upspiegel
razor
het scheermes
shaving foam
het scheerschuim
aftershave
de aftershave
comb
de kam
brush
de borstel
hair dryer
de haardroger
hairspray
de haarspray
makeup
de make-up
lipstick
de lippenstift
nail varnish
de nagellak
cotton wool
de watten
nail scissors
het nagelschaartje
perfume
de/het parfum
toilet bag
de toilettas
stool
de kruk
weighing scale
de weegschaal
bathrobe
de badjas
rubber gloves
de rubber handschoenen
tampon
de tampon
sanitary towel
het maandverband
chemical toilet
het chemisch toilet
detergent
het schoonmaakmiddel
water
het water
glass
het glas
cloth
het doekje
bathroom
de badkamer
sink
de wasbak
tap
Wasserhahn
Dutch Vocabulary Test | Test Your Dutch For Free . Click Here
Download Our Learn Dutch App –here